Om hoogwaardige cliëntenzorg te kunnen bieden is onderzoek nodig: onderzoek dat de huidige (na)zorg evalueert en onderzoek naar de effectiviteit van (nieuwe) interventies in ons vakgebied. Alleen met wetenschappelijk onderzoek kunnen we aantonen dat onze zorg werkt en wat de cliënten er aan hebben. Wij vinden het belangrijk dat er onderzoek gedaan wordt. Het Ingeborg Douwes Centrum werkt samen met diverse hoogleraren uit de regio werkzaam op het gebied van de Psycho-oncologie. Onze psychologen worden regelmatig ingezet als psycholoog in een onderzoekstraject, bijvoorbeeld bij de EVA online studie. Ook wordt er binnen onze cliëntenpopulatie onderzoek gedaan, bijvoorbeeld in de CALM studie en in de Evaluatie van zorg studie. Hieronder vindt u meer informatie over de lopende en afgeronde onderzoeken waar het Ingeborg Douwes Centrum aan mee heeft gewerkt.
Lopend onderzoek
Psychosociale screening bij gezinnen waarin een ouder kanker heeft
Een kankerdiagnose bij één van de ouders is ingrijpend voor het hele gezin. Een aanzienlijk deel van de ouders en kinderen ontwikkelt psychosociale problemen, zoals depressieve- of traumatische stressklachten. Met vroege systematische screening kunnen risicofactoren bij gezinnen in kaart gebracht worden en kan zorg geboden worden die past bij de behoefte van het gezin. Dit beperkt het risico op ernstige of langdurige klachten. Er is echter nog geen passend instrument beschikbaar.
Doel
Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen en evalueren van een psychosociaal screeningsinstrument voor gezinnen waarin een ouder kanker heeft. De Psychosocial Assessment Tool (PAT), die in de kinderoncologie wordt gebruikt, wordt aangepast voor gebruik in de volwassen oncologie. Via een studie in meerdere ziekenhuizen wordt onderzocht of de aangepaste PAT geschikt is om kort na de diagnose psychosociale risico’s bij gezinnen in kaart te brengen, en hoe ouders en professionals het gebruik ervan ervaren.
Projectleider is dr. M.R. (Marthe) Egberts, orthopedagoog bij het Ingeborg Douwes Centrum en de Universiteit Utrecht.
Meer informatie
Meer informatie over het project is te vinden op de projectwebsite van ZonMw.
Eerder is ook een artikel over het onderzoek verschenen in tijdschrift De Psycholoog (editie maart 2022). U kunt dit artikel hier inzien/downloaden.
Evaluatie van CALM methode voor mensen met uitgezaaide kanker
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Lonneke van der Pol, AVL
Aanleiding
Ondanks de enorme vooruitgang op het gebied van de behandeling van kanker, is het nog niet mogelijk om iedereen te genezen. Als blijkt dat genezing niet meer mogelijk is, is dit vaak heel stressvol voor patiënten en hun naasten. Sommige patiënten worden depressief, angstig of ervaren weinig kwaliteit van leven. Binnen het CALM onderzoek onderzoekt Emma Hafkamp, psycholoog AVL, of een nieuwe methode uit Canada, die Managing Cancer and Living Meaningfully (CALM) heet in Nederland net zo goed werkt als in Canada. CALM heeft een positieve invloed op de kwaliteit van leven bij patiënten met uitgezaaide kanker en kan ervoor zorgen dat patiënten minder vaak depressief worden. De patiënten worden geworven en gezien in het ALV, in het IDC en in het UMCG.
Het onderzoek
In de studie worden 45 mensen geïncludeerd die een slechte prognose hebben. Aan hen wordt gevraagd of ze mee willen doen met het uittesten van een nieuwe interventie. Ook cliënten die zich aanmelden bij het IDC en voldoen aan de inclusiecriteria van de studie worden benaderd om mee te doen aan het onderzoek. Bij de CALM interventie heeft de cliënt drie tot zes gesprekken met een ervaren oncologiepsycholoog. Voor de start van de interventie en na drie en zes maanden worden vragenlijsten afgenomen over het gevoel van zingeving, aanpassing aan de kanker en kwaliteit van leven.
Artikelen
De studie start in augustus 2019. Na analyse van de data volgen de eerste resultaten.
Prevalentie van de aanpassingsstoornis bij mensen met kanker
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Irma Verdonck, VUMC
Aanleiding
Jaarlijks krijgen ruim 100.000 mensen in Nederland te horen dat zij kanker hebben. De woorden ‘u heeft kanker’ en de behandeling die daarop volgt zijn van grote invloed op het verdere leven van deze mensen. Veel mensen hebben moeite om het leven weer op de rit te krijgen en zich aan te passen aan de veranderingen die kanker en de behandeling teweeg brengen. Binnen de Adjust studie van prevalentie van de aanpassingsstoornis bij mensen met kanker, onderzoekt Florie van Beek, promovendus van het VUMC, welke veranderingen mensen na de behandeling van kanker ervaren en hoe zij zich daaraan aanpassen. Ook willen we weten hoeveel mensen problemen ervaren om zich aan te kunnen passen en welke factoren daar een rol bij spelen. Specifiek willen we weten wat de prevalentie is van een aanpassingsstoornis onder de Nederlandse patiënten met kanker.
Het onderzoek
Via de Nederlandse Kanker Registratie (NKR) worden mensen aangeschreven en gevraagd mee te werken aan een onderzoek naar gevolgen na kanker. Mensen die hoog scoren op de vragenlijsten worden uitgenodigd om mee te werken aan een diagnostisch interview. Als uit het interview blijkt dat er sprake is van een Aanpassingsstoornis, dan wordt gevraagd of men mee wil doen aan een interventieonderzoek waarbij mensen in twee groepen worden verdeeld. De eerste groep krijgt direct een psychologische behandeling aangeboden. De tweede groep moet zes maanden wachten en start daarna met hun psychologische behandeling. Vervolgens worden de bevindingen van beide groepen met elkaar vergeleken. Voor de start van de interventie en na drie en zes maanden worden vragenlijsten afgenomen over kwaliteit van leven en angst en somberheid. Daarnaast wordt gekeken naar kosteneffectiviteit. Een aantal psychologen van het IDC nemen de interviews af en zullen de behandeling geven.
Artikelen
De eerste patiënten worden vanaf augustus 2019 benaderd voor deelname.
Effectiviteitsonderzoek naar de Levensverhaalmethode
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Irma Verdonck, VUMC
Aanleiding
Wanneer mensen te horen krijgen dat ze kanker hebben, stokt hun levensverhaal. Alle aandacht gaat naar de ziekte en het ziek zijn. Begrippen als verleden, heden en toekomst krijgen ineens een heel andere lading. Veel mensen hebben moeite de ziekte een plaats te geven en hun leven weer op te pakken. Soms hebben ze daarbij last van veel zorgen of sombere gevoelens. Dat kan ervoor zorgen dat het moeilijk is om positieve herinneringen op te halen, terwijl herinneringen juist kracht kunnen geven in moeilijke tijden. Uit eerder onderzoek blijkt dat het praten over het levensverhaal helpt om ‘alles op een rijtje’ te krijgen en moeilijke gebeurtenissen te verwerken. Het ziekteproces is vaak ook een zeer ingrijpende gebeurtenis voor de partner van de patiënt.
Promovendus Gitta Kleijn onderzoekt binnen het Life Review Onderzoek wat de effectiviteit is van de Levensverhaalmethode wat betreft ego-integriteit, kwaliteit van leven en somberheidsklachten bij patiënten met kanker in de palliatieve fase. Ook wordt onderzocht wat het effect is op de partner van de patiënt als de patiënt de Levensverhaalmethode volgt.
Het onderzoek
In het onderzoek naar de Levensverhaalmethode deden 107 patiënten in de palliatieve fase mee. De patiënten werden verdeeld in twee onderzoeksgroepen die met elkaar werden vergeleken. De eerste groep volgde de Levensverhaalmethode en de tweede groep kreeg de standaard zorg vanuit het ziekenhuis. De patiënten die de Levensverhaalmethode in eerste instantie niet kregen, mochten na het onderzoek alsnog kiezen voor deze gesprekken. De partners vulden op hetzelfde tijdstip als de patiënten vragenlijsten in.
De Levensverhaalmethode is een serie van vier gesprekken van een uur bij de patiënten thuis. De gesprekken gaan over mooie en fijne gebeurtenissen en herinneringen uit het verleden en het leven in het algemeen. Elk gesprek bevat veertien vaste vragen naar specifieke herinneringen uit die periode. Hierbij wordt men uitgedaagd om een zo goed mogelijk beeld te geven van de herinneringen die naar boven komen. Op deze manier ontvouwt zich een levensverhaal aan de hand van positieve, dierbare herinneringen. De interviews met de patiënten zijn gehouden door twee psychologen van het Ingeborg Douwes Centrum.
Het onderzoek laat zien dat de Levensverhaalmethode effectief lijkt om de ego-integriteit van de patiënt te vergroten. Patiënten beoordeelden de Levensverhaalmethode als een goede toevoeging in de klinische praktijk. De resultaten met betrekking tot de partners worden nog gepubliceerd.
Artikelen
Klik hier voor The efficacy of Life Review Therapy combined with Memory Specificity Training (LRT-MST) targeting cancer patients in palliative care: A randomized controlled trial.
Klik hier voor Patients’ experiences of life review therapy combined with memory specificity training (LRT-MST) targeting cancer patients in palliative care.
Klik hier voor Psychometric Characteristics of a Patient Reported Outcome Measure on Ego-Integrity and Despair among Cancer Patients.
Effectiviteitsonderzoek naar een online programma voor vrouwen met borstkanker
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Neil Aronson, AVL
Aanleiding
Van 2008 tot 2010 heeft het AVL onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van cognitieve gedragstherapie (CGT), sport, en de combinatie daarvan ter vermindering van overgangsklachten bij vrouwen met borstkanker. Met name CGT bleek effectief in het verminderen van problematische opvliegers en nachtzweten. Met het programma EVA-online is een online cognitieve gedragstherapie (CGT) ontwikkeld voor vrouwen die door de behandeling van borstkanker in de overgang zijn gekomen of verhevigde overgangsklachten ervaren. Het programma heeft als primair doel het verminderen van de ernst van opvliegers en nachtzweten. Binnen het EVA online onderzoek kijkt promovendus Vera Atema, onderzoeker van het AVL, naar de effectiviteit van de online interventie.
Het onderzoek
De zingevingsgerichte psychotherapie is onderzocht bij 170 patiënten die curatief waren behandeld voor kanker. Deze patiënten zijn verdeeld over drie onderzoeksgroepen die met elkaar vergeleken zijn. De eerste groep volgde de interventie Zingevingsgerichte groepstherapie. De tweede groep nam deel aan Lotgenotengroepen en de derde groep kreeg geen zorg. EVA-online bestaat uit zeswekelijkse online sessies plus huiswerkopdrachten die door een psycholoog begeleid worden, waaronder drie psychologen van het IDC. Het programma is gebaseerd op CGT en geeft veel informatie over opvliegers en nachtzweten. De resultaten van de studie laten zien dat EVA-online dezelfde positieve effecten op het gebied van menopauzale klachten heeft als de eerder onderzochte groepstherapie.
Artikelen
Klik hier voor Online therapie verlicht overgangsklachten.
Afgerond onderzoek
Pilot aanpassingsstoornis
Pilot aanpassingsstoornis
Aanleiding
Veel (ex-)kankerpatiënten hebben naast lichamelijke ook psychische klachten. Tijdens de Pilot Aanpassingsstoornis krijgen (ex-)kankerpatiënten met psychische klachten (aanpassingsproblemen) de behandeling tijdelijk weer vergoed. Ook vindt onderzoek plaats naar de kosteneffectiviteit. Aan de hand van deze resultaten moet duidelijk worden of structurele vergoeding vanuit de basisverzekering haalbaar is.
De pilot heeft gelopen vanaf 1 maart 2018 tot 1 september 2021.
De vergoeding voor behandeling van een aanpassingsstoornis is in 2012 uit het basispakket gehaald. Dat heeft gevolgen voor veel (ex-)kankerpatiënten met psychische klachten: zij krijgen niet de zorg waar zij behoefte aan hebben, vergoed. In 2016 is de richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker opgesteld. Daarmee is het mogelijk om de psychosociale zorg duurzaam in te richten. Daaraan moeten de resultaten van deze pilot bijdragen.
Het onderzoek
Met deze pilot is geëvalueerd wat de invloed is van zorg volgens de richtlijn Aanpassingsstoornis bij kanker op het welzijn van patiënten. Doel was om inzicht te krijgen in:
- het effect van de behandeling op de kwaliteit van leven van patiënten;
- de omvang van de doelgroep: hoeveel patiënten met kanker lijden aan een aanpassingsstoornis;
de zorgkosten.
Mensen met kanker die binnen de pilot behandeld zijn volgens de richtlijn Aanpassingsstoornis bij kanker rapporteren een verbeterde kwaliteit van leven dan die van voor de behandeling. De deelnemers ervaren een betere fysieke en emotionele gezondheid, hebben minder belemmeringen in het dagelijks en sociaal leven en hebben minder last van cognitieve problemen. De resultaten uit deze pilot dringen aan om de behandeling voor een aanpassingsstoornis permanent beschikbaar te maken met een structurele vergoeding vanuit de basisverzekering.
Doelgroep
Patiënten met een voorgeschiedenis met kanker bij wie aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een aanpassingsstoornis (psychische klachten) behoren tot de doelgroep van de pilot. Deze patiënten:
- waren 18 jaar of ouder;
- hadden de acute fase van diagnostiek en intensieve behandeling (operatie, radiotherapie, chemotherapie) afgerond;
- hadden een curatief of palliatief perspectief.
Deelname pilot
De patiënt kreeg de behandeling van de aanpassingsstoornis tijdens de duur van de pilot vergoed vanuit de pilot. Zolang de maatregelen rondom het coronavisus (COVID-19) golden, konden -afhankelijk van de mogelijkheden van de behandelaar- de intake en behandelingen ook op afstand plaatsvinden (via e-health/e-consult). Het eigen risico van de patiënt werd niet aangesproken. Behandelaren declareerden rechtstreeks bij IKNL. De patiënt vulde tweemaal een vragenlijst in om zijn of haar kwaliteit van leven te monitoren (na intake en na afronding van de behandeling).
Wie behandelden in de pilot
De behandelaren waren in de oncologie gespecialiseerde BIG-geregistreerde behandelaren uit het deskundigenbestand van de NVPO. Dit waren de volgende disciplines:
- GZ-psycholoog
- psychotherapeut
- klinisch psychloog
- psychiater
Behandelaren uit het NVPO-deskundigenbestand die deelnamen aan de pilot hadden een aanvullende training gevolgd voor de behandeling conform de richtlijn Aanpassingsstoornis.
De pilot werd gecoördineerd door ZonMw in samenwerking met IKNL en het Landelijk Overleg Paramedische en Psychosociale Oncologische Zorg (LOPPSOZ). Dit is een samenwerkingsverband van KWF Kankerbestrijding, IKNL, NFK, NVPO, IPSO, V&VN Oncologie, KNGF-NVFL en PAZ/LVMP. LOPPSOZ zet zich al jaren in voor goede toegankelijkheid van passende psychosociale zorg voor (ex)kankerpatiënten.
Verwijzing
Zorgverleners die een aanpassingsstoornis bij hun patiënt met kanker vermoeden, kunnen niet meer verwijzen naar gespecialiseerde hulp vanuit de pilot Aanpassingsstoornis bij kanker. Zij kunnen hun patiënten wel blijven verwijzen voor psychologische zorg bij kanker via de reguliere verwijsmogelijkheden. Samen met de patiënt kan dan worden gekeken welke zorg het best passend is en wat de mogelijkheden van vergoeding hiervoor al dan niet zijn.
Artikelen
Meer informatie: https://iknl.nl/kanker-en-leven/zorgaanbod/pilot-aanpassingsstoornis
Evaluatie van psychologische zorg
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Irma Verdonck, VUMC
Aanleiding
De ziekte kanker kan het dagelijks leven op allerlei manieren beïnvloeden. Het kan van invloed zijn op sociale contacten, relatie, gezin of werk. Ook kan de ziekte invloed hebben op de stemming van de patiënt en hun naasten. Mensen kunnen zich somber, lusteloos of prikkelbaar voelen. Psychosociale zorg kan dan helpen. Om psychosociale zorg bij kanker zo goed mogelijk te organiseren, is het belangrijk om meer te weten te komen over de voorkeuren van patiënten wat betreft het ontvangen van psychosociale zorg. Wat voor soort zorg is gewenst? Waar wil de patiënt deze zorg ontvangen en door wie wordt deze zorg idealiter gegeven? Binnen het Evaluatieonderzoek van psychologische zorg verkrijgt promovendus Anoek Schuit inzicht in de voorkeuren van mensen met kanker in het ontvangen van psychosociale zorg. Ook wordt nagegaan wat belemmerende factoren zijn om bij de zorg van voorkeur terecht te komen en wat de factoren zijn die dit juist vergemakkelijken. Door de resultaten van dit onderzoek kunnen we de psychosociale zorg voor mensen met kanker in de regio Amsterdam verder verbeteren.
Het onderzoek
Door middel van deze studie heeft de Vrije Universiteit – in samenwerking met het Ingeborg Douwes Centrum en ziekenhuis OLVG – onderzocht wat de voorkeuren zijn voor het ontvangen van psycho-oncologische zorg onder mensen die kanker hebben (gehad). Aan hen is ook gevraagd hoe zij denken dat de toegang tot psycho-oncologische zorg kan worden verbeterd. Hieronder volgen kort de resultaten van dit onderzoek.
Resultaten
Voorkeuren voor het ontvangen van psycho-oncologische zorg
De meeste mensen gaven tijdens de interviews aan dat zij het liefst psychologische zorg wilden ontvangen één op één met de psycholoog. Bovendien vonden veel mensen het prettig om te worden behandeld door een psycholoog die ervaring heeft in het behandelen van mensen met kanker of andere ziekten. Mensen vinden het belangrijk om op korte termijn bij de zorg terecht te kunnen.
Toegang tot psycho-oncologische zorg
Ondanks de grote behoefte aan psycho-oncologische hulp tijdens of na de behandeling van kanker, wordt de weg naar deze hulp nog niet altijd gevonden.
Mensen die geïnterviewd zijn gaven aan dat de zorg niet altijd goed vindbaar is. Het is niet altijd duidelijk waar je moet beginnen met zoeken naar hulp. Het zou daarom helpen als alle betrokken zorgverleners in het ziekenhuis weten waar mensen die kanker hebben (gehad) terecht kunnen voor deze hulp, ook na de behandeling.
Soms zijn er ook andere redenen waarom mensen geen hulp zoeken, of wachten met hulp zoeken. Bijvoorbeeld omdat zij eerst de intensieve medische behandeling willen afronden. Of omdat hun hoofd er nog niet naar staat. Afwachten hoe het gaat en eerst zelf met klachten aan de slag gaan is soms al voldoende om je weer beter te voelen. Maar soms is professionele hulp nodig. Soms zijn er drempels die het zoeken van hulp tegenhouden, zoals (negatieve) vooroordelen of misvattingen rondom psychologische zorg. Ook de beperkte tijd met de arts maakt het soms lastig om psychische klachten ter sprake te brengen. Wanneer mensen een goede band hebben met de zorgverlener, kan dit het makkeliijker maken om klachten te bespreken.
Psycho-oncologische zorg moet laagdrempelig vindbaar en toegankelijk zijn. Het is daarom belangrijk om zowel onder zorgverleners en onder patiënten zelf het bewustzijn te vergroten wat betreft de mogelijkheden voor psycho-oncologische zorg. De resultaten van deze studie kunnen worden gebruikt om deze hulp beter te organiseren rondom de patiënt, zodat deze zorg vindbaar én beschikbaar is voor iedereen die het nodig heeft.
Artikelen
‘Organizing psycho-oncological care for cancer patients: the patient’s perspective’
Effectiviteitsonderzoek naar Zingevingsgerichte psychotherapie voor mensen na kanker
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Irma Verdonck, VUMC
Aanleiding
Naar schatting worstelt 25% van de mensen met kanker met zingevingsproblematiek. Zij ervaren psychische klachten die te maken hebben met het zoeken van houvast en betekenis om de situatie met kanker te kunnen begrijpen en te kunnen accepteren. Er ontbrak in Nederland een evidence-based therapie voor deze problematiek. In Amerika heeft Dr. Breitbart een zingevingsgerichte groepspsychotherapie ontwikkeld voor mensen in de palliatieve fase. Uit zijn onderzoek bleek dat deze therapie effectief is voor mensen met kanker in de palliatieve fase. Binnen het Zingevingsonderzoek onderzoekt promovendus Nadia van der Spek, onderzoeker aan de Vrije Universiteit en psycholoog bij het Ingeborg Douwes Centrum, de effecten van de Nederlandse versie van de Zingevingsgerichte psychotherapie bij overlevers van kanker.
Het onderzoek
De zingevingsgerichte psychotherapie is onderzocht bij 170 patiënten die curatief waren behandeld voor kanker. Deze patiënten zijn verdeeld over drie onderzoeksgroepen die met elkaar zijn vergeleken. De eerste groep volgde de interventie Zingevingsgerichte groepstherapie. De tweede groep nam deel aan de Lotgenotengroepen en de derde groep kreeg geen zorg. De Zingevingsgerichte Psychotherapiegroep bestond uit acht groepssessies gericht op het ervaren van nieuwe manieren van zingeving en het in een bredere context plaatsen van de kankerervaring. De groepsinterventies werden gegeven door twee psychogen van het Ingeborg Douwes Centrum.
Resultaten
Van der Spek toont in haar onderzoek aan dat zingevingsprocessen vaak door kanker beïnvloed worden en dat patiënten gebaat zijn bij een gerichte therapie zoals de Zingevingsgerichte psychotherapie. De therapie verbetert het psychologisch welzijn van patiënten en is effectiever én goedkoper dan standaardzorg. In vergelijking met de andere twee groepen, lotgenotengroepen en geen zorg, is de Zingevingsgerichte psychotherapie een effectieve toepassing voor het verbeteren van zingeving, psychologisch welzijn en het omgaan met de ziekte op korte termijn. Daarnaast zagen de onderzoekers een vermindering van de psychologische distress en depressieve klachten op langere termijn. Van der Spek: “Bovendien vonden we sterke aanwijzingen dat de therapie ook kosteneffectief is. Naast een belangrijk middel ter ondersteuning van zingeving bij kankerpatiënten, zorgt het waarschijnlijk ook voor minder kosten bij deze groep patiënten.”
In een tweede proefschrift over zingevingsgerichte psychotherapie heeft drs. Karen Holtmaat, onderzoeker aan de Vrije Universiteit, deze therapie verder onderzocht. Het bleek dat vooral mensen met depressieve klachten sterk verbeterden door de therapie. Ook de kleine groep van 17 mannen die zingevingsgerichte psychotherapie gevolgd had, verbeterde relatief sterk. Daarnaast bleven de effecten van de therapie lange tijd meetbaar. Zingeving en psychologisch welzijn verbeterden het sterkst in de eerste weken na de therapie, maar enkele effecten konden na twee jaar nog steeds aangetoond worden.
Artikelen
Het proefschrift
Meaning-centered group psychotherapy for cancer survivors: development, efficacy and cost-utility – Nadia van der Spek (2016), lezen:
proefschrift
.
Media/Pers
Zingevingstherapie helpt bij omgaan met ziekte
: ‘Ik heb me er nu bij neergelegd’ (Het Parool, 11 september 2016).
Therapie geeft je een keuze (Het Parool, 11 september 2016).
Klik hier voor het Rapport over Interventies gericht op vermindering van angstige- en depressieve gevoelens bij mensen met kanker’.
Klik hier voor ‘Beter leven met kanker kan miljard euro opleveren’ (Skipr)
Moderators of the effects of meaning-centered group psychotherapy in cancer survivors on personal meaning, psychological well-being, and distress-Karen Holtmaat, Nadia van der Spek, Birgit Witte, William Breitbart, Pim Cuijpers & Irma Verdonck-de Leeuw (2016), lezen: artikel
Long-term efficacy efficacy of meaning-centererd group psychotherapy for cancer survivors: two-year follow-up results of an RCT-Karen Holtmaat, Nadia van der Spek, Birgit Lissenberg-Witte, William Breitbart, Pim Cuijpers & Irma Verdonck-deLeeuw (2019), lezen: artikel
Effectiviteitsonderzoek naar online mindfulnessprogramma Be Mind
Onderzoeksgroep Prof. Dr. Anne Specken Radboud en Dr. Marije van der Lee, HDI
Aanleiding
Ongeveer een derde van de mensen die kanker krijgen, heeft last van aanzienlijke psychische klachten. Uit eerder onderzoek weten we dat Mindfulness based cognitive therapy (MBCT) psychische klachten bij kanker kan verminderen. We weten ook dat het voor veel mensen met kanker lastig is om deze interventie op locatie te volgen, vanwege onder andere de ziektelast, behandelafspraken, verminderde mobiliteit en vermoeidheid. Daarom is onderzocht of MBCT effectief kan zijn als mensen het thuis op hun eigen tempo in hun eigen omgeving kunnen doen, vergeleken met de face to face groepen..
Het onderzoek
Mindfulness is onderzocht bij 100 patiënten. De patiënten zijn verdeeld over drie onderzoeksgroepen die met elkaar zijn vergeleken. De eerste groep volgde mindfulness face to face op locatie. De tweede groep volgde mindfulness online. Tot slot kreeg de derde groep geen zorg. Ook bij het IDC hebben groepen het mindfulnessprogramma gevolgd. In dit onderzoek is de klinische- en kosteneffectiviteit van beide MBCT varianten vergeleken met gebruikelijke zorg: zowel na de training, als de ervaring drie en negen maanden na de training. De onderzochte online MBCT was qua inhoud identiek aan de groepsbehandeling MBCT. Bij de online training vond er individueel contact plaats met een trainer via een online programma. De belangrijkste onderzoeksvraag was: zijn zowel groeps- als online MBCT effectiever dan gebruikelijke zorg in het verminderen van psychische klachten?
Deelnemers die MBCT hebben gehad hebben direct na de training minder psychische klachten dan deelnemers die gebruikelijke zorg hebben gehad. Welke MBCT variant maakte voor het effect niet uit. Bij de online MBCT stopten meer deelnemers voortijdig uit het programma. Uit gesprekken met deelnemers van de online MBCT komt naar voren dat persoonlijke voorkeur erg bepalend is voor de behandelvorm. De individuele aanpak is voor sommigen prettig. Anderen missen de steun van mededeelnemers. Sommigen vonden de interpersoonlijke afstand prettig, anderen misten de face-2-face interactie met de trainer. Het onderzoek is inmiddels afgerond.
Artikelen
Het proefschrift volgt nog
Klik hier voor het Rapport over Interventies gericht op vermindering van angstige- en depressieve gevoelens bij mensen met kanker’.
Klik hier voor Face-to-Face and Internet-Based Mindfulness-Based Cognitive Therapy Compared With Treatment as Usual in Reducing Psychological Distress in Patients With Cancer: A Multicenter Randomized Controlled Trial, Journal of Clinical Oncology.
Klik hier voor Consolidation and prediction of long-term treatment effect of group and online mindfulness based cognitive therapy for distressed cancer patients.