Na de diagnose: antwoorden op de meestgestelde vragen
Kanker in het gezin
Hier geven we je de antwoorden op veelgestelde vragen van ouders met de diagnose kanker.
Hoe voorkom ik dat mijn kind er last vast krijgt?
Niet(s) achterhouden
Als een ouder kanker heeft, kan dit voor het kind zwaar zijn. Het liefst wil je je kind ervan afschermen. We weten echter dat dit niet helpt. Je kunt je kinderen niet weghouden van het feit dat kanker in het gezin bestaat. En het is ook beter om dat niet te doen. Doe dus niet alsof er niets aan de hand is. Kinderen voelen toch vaak aan dat er ‘geheimen’ zijn. Wat ze niet weten, vullen ze zelf in. En vaak is hun fantasie erger dan de werkelijkheid. Ons advies is daarom juist je kind open en eerlijk te vertellen wat er aan de hand is en zoveel mogelijk bij het ziekteproces te betrekken. Hoe moeilijk dat ook is. Op die manier geef je je kind het vertrouwen dat hij of zij met de situatie kan omgaan.
Structuur en steun
Regelmaat en structuur zijn altijd belangrijk voor kinderen, maar in deze periode nog meer. Ze moeten juist nu zo goed mogelijk door kunnen gaan met hun (normale) leven. Je vermindert daardoor de kans dat ze klachten of problemen krijgen. Zorg dat jullie kind tijdens het ziekteproces steun kan vinden van een volwassene. Dat ben jezelf, maar het kan ook je partner, een grootouder, tante of oom, vriend(in) of een leerkracht zijn.
Neem ik mijn kind mee naar het ziekenhuis?
Ja. Voor kinderen kan het namelijk lastig zijn zich een voorstelling te maken van wat er precies met de ouder gebeurt in het ziekenhuis. Zij kunnen een beeld hebben dat veel erger is dan de werkelijkheid. Door je kind mee te nemen, kan hij/zij zelf ervaren wat een ziekenhuis is en wat er allemaal gebeurt.
Een aantal adviezen voor het ziekenhuisbezoek:
- Verplaats je vooraf in wat je kind zal meemaken, zien, horen, voelen en ruiken. Vertel dat voorafgaand aan het bezoek.
- Laat je kind zelf bepalen hoe lang hij of zij in het ziekenhuis wil blijven.
- Als je langer dan twee dagen in het ziekenhuis ligt, is ons advies baby’s, peuters en kleuters op bezoekuur te laten komen.
- Als je kind niet mee wil gaan, maak er dan geen strijd van.
- Als je in het ziekenhuis bent, kan je ook contact houden met je kind door te bellen, mailen, Skypen of door een selfie te sturen. Of door tekeningen en briefjes te sturen.
Moet ik iets veranderen in de opvoeding?
Nee, zo min mogelijk. Soms zijn ouders geneigd om de opvoeding los te laten als ze ziek zijn. Maar het feit dat een van de ouders ziek is, betekent voor het kind al veel verandering. Voor het welzijn van het kind is het daarom het beste als de normale opvoeding gewoon doorgaat. En dus ook de regels en afspraken die er waren, gehandhaafd blijven. Aan de manier waarop je je kinderen opvoedt, hoef je dus niets te veranderen.
Voorspelbaarheid geeft zekerheid
Voor een kind is het ook het beste als de normale dagelijkse structuur zo veel mogelijk hetzelfde blijft. Maar als je kanker hebt en behandeld moet worden, zijn veranderingen in het dagelijks ritme nauwelijks te voorkomen. Je kunt dat oplossen door zoveel mogelijk voorspelbaarheid te geven aan je kind. Vertel welke veranderingen er zullen zijn, leg uit waarom er dingen veranderen en hoelang het zal duren.
Hoe ga ik om met de school van mijn kind?
Het is verstandig om de school te betrekken bij het proces waar jullie als gezin doorheen gaan. School kan namelijk voor kinderen een belangrijke steun zijn. Het is een van de plekken waar alles nog hetzelfde en ‘normaal’ is. Dat kan op de volgende manieren:
- Vertel aan je kind dat je de school op de hoogte brengt en waarom.
- Bespreek met je kind met wie jullie het nieuws gaan delen. Vaak is dat de leerkracht en/of mentor.
- Vraag de leerkracht of mentor je kind in de gaten te houden. Mogelijk kan deze ook wat extra aandacht geven.
- Houd de leerkracht en/of mentor op de hoogte van eventuele veranderingen in het ziekteproces of de thuissituatie.
- Sommige kinderen vinden het moeilijk als anderen weten dat je ziek bent. Laat je kind daarom zelf kiezen wanneer hij of zij het aan vriend(innen) wil vertellen.
- Om zelf goed op de hoogte te blijven wat er op school gebeurt, kan het helpen als een andere ouder jou en/of je kind attendeert wanneer er schooluitjes of andere activiteiten zijn.
Tip
Wijs de leerkracht of mentor van je kind op de website kankerspoken. Deze site biedt hulp aan kinderen met een ouder met kanker. Ook voor ouders, vrienden, bekenden, leerkrachten en hulpverleners is deze site een bron van nuttige informatie.
Wat zeg ik als mijn kind vraagt of ik doodga?
De vraag van een kind of je doodgaat, is er een waar ouders vaak bang voor zijn. Als je kind deze vraag stelt, dan kun je ervan uitgaan dat je kind begrijpt dat mensen dood kúnnen gaan door kanker en dat je er open over kunt praten. Hoe moeilijk dit ook is.
Zijn je vooruitzichten onzeker, vertel dat dan eerlijk aan je kind. Zeg ook: “Zodra ik weet dat ik doodga, zal ik dat aan jou vertellen”. Hiermee geef je het kind vertrouwen dat hij of zij betrokken zal worden. En dat je geen geheimen hebt.
Vaak denken ouders dat ze de hoop voor hun kind wegnemen, als ze eerlijk vertellen dat ze misschien doodgaan. Maar eerlijk zijn en hoop bieden kunnen heel goed samengaan, bijvoorbeeld hoop op nog een fijne tijd samen.
Probeer er in het gesprek achter te komen waarover jullie kind zich zorgen maakt en welke gevoelens hij of zij ervaart. Bespreek die en stel zoveel mogelijk gerust. Je kunt uitleggen dat de behandeling gericht is op beter worden (indien dit ook het geval is) en dat veel mensen genezen van kanker. Je kunt uitleggen dat de dokter er alles aan zal doen om je beter te maken. Leg daarbij uit dat er bijwerkingen zijn, waardoor je juist zieker kunt worden en sommige dingen misschien even niet kunt doen.
Waarom het zo belangrijk is je kind te vertellen dat je doodgaat en hoe je dat kunt aanpakken, lees je bij Vertellen aan je kinderen.